Grouping of risk factors
article
In the CB Heart Project – the multifactorial preventive community study which is the subject of this issue –hypercholesterolemia, hypertension, and cigarette smoking are considered the major risk factors for premature coronary heartdisease. Overweight, sedentary living, and risk augmenting “x-factors” (such as ischemic ECG findings) have been added to thistriad. The population under study (general population aged 35-49 yrs of two towns and teachers of Rotterdam aged 20-39 yrs) wasdivided into four groups according to the scores of risk factors: “low risk” (A), “borderline risk” (B), “high risk” (C), and “very highrisk” (D). Persons belonging to group D (0.7%) were referred to the general practitioner because they were potentially ill orrequired thorough medical examination. Persons with “high risk” (group C) were those with one or more “elevated” risk factors,and those with two or more “borderline” risk factors plus a risk augmenting “x-factor”. The cut-off points for “elevated” were:serum cholesterol ? 7.3 mmol/1, blood pressure ? 160 and/or ? 105 mm Hg, and smoking ? 25 cigarettes/day. More than two-fifths (44 %) of the male population, mostly aged 40-49 years, belong to the “high risk” group C. Thecorresponding figure for the female general population is 30%. Differentiation of group C in the male general population shows:within the group with 1 “elevated” risk factor the proportion of smoking is highest (55%), within the 2 risk factor group the mostfrequent combination is “elevated” cholesterol and cigarette smoking (48%), and within the 3 risk factor group the most frequentcombination is “elevated” blood pressure, cholesterol, and cigarette smoking (87%). In the female general population these proportions are: 16, 28 and 79% respectively. In this group, not smoking (16%), but cholesterol (36%) is the most frequent single“elevated” risk factor. The prevalences of ECG signs of possible and probable ischemia in persons belonging to the “high risk”group in the general population are 12% in women and 8% in men. The high percentage (25%) of the male general population with three or more “elevated” risk factors (and a further 14% withtwo, and 6% with one “elevated” risk factor), notwithstanding the conservative cut-off points, is alarming. The correspondingproportions in teachers of Rotterdam are 5, 4, and 5%. This relatively favourable risk pattern observed amongst teachers showsthe way the general population of The Netherlands has to go in the near future.
In het Consultatiebureau-Project Risicofactoren Hartziekten, waaraan dit nummer van het Hart Bulletin geheel is gewijd, zijnhypercholesterolemie, hypertensie en het roken van sigaretten beschouwd als de drie „major” risicofactoren voor coronairehartziekten. Daaraan zijn toegevoegd: overgewicht, gebrek aan lichaamsbeweging en risico-verhogende „x-factors”, zoals aanwijzingen voor ischemie op het ECG. De onderzochten (de gehele bevolking in leeftijdsgroepen tussen 35 en 49 jaar in Tilburg en Doetinchem en onderwijzers tussen 20 en 39 in Rotterdam) zijn in vier groepen ingedeeld: A „laag risico”, B „grens-risico”, C „hoog risico” en D „zeer hoog risico”. Depersonen uit groep D (slechts 0,7%) zijn naar de huisarts verwezen, omdat zij potentieel ziek waren of grondig medischonderzoek behoefden. Tot groep C behoorden zij, die één of meer „verhoogde” risicofactoren hadden of bij wie twee of meer„grenswaarden” plus een risico-verhogende „x-factor” waren geconstateerd. De criteria voor „verhoogd” waren voor cholesterol ?7.3 mmol/l (280 mg%), voor bloeddruk ? 160 en/of ? 105 mm Hg en voor roken ? 25 sigaretten per dag. Meer dan tweevijfde (44%) van de mannen in de „general population” - voor het merendeel tussen 40 en 49 jaar - behoort tot degroep „hoog risico”. Voor de vrouwen is het overeenkomstige aandeel 30%. Differentiatie van groep C in de manlijke „generalpopulation” toont: binnen de groep met 1 „verhoogde” risicofactor komt roken het meest voor (55%), binnen de groep met 2risicofactoren is de meest voorkomende combinatie „verhoogd” cholesterol en roken (48%) en in de groep met 3 risicofactorenis de meest voorkomende combinatie „verhoogde” waarden voor bloeddruk, cholesterol en roken (87%). Bij de vrouwelijke„general population” zijn de overeenkomstige cijfers 16, 28 en 79%. Bij hen is niet het roken (16%), maar cholesterol (36%) demeest voorkomende enkele „verhoogde” risicofactor. De pre-valenties van aanwijzingen voor ischemie op het ECG in groep C vande „general population” zijn bij de vrouwen 12 en bij de mannen 8%. Het hoge percentage mannen (25%) van de „general population” met drie of meer „verhoogde” risicofactoren (naast 14% mettwee en 6% met een „verhoogde” risicofactor) is alarmerend, zeker bij de conservatieve criteria die zijn gehanteerd. Bij deRotterdamse onderwijzers zijn deze percentages aanzienlijk lager: 5, 4 en 5%. Dit relatief gunstige risico-patroon bijonderwijzers, dat verder moet worden verbeterd, geeft de weg aan die de Nederlandse bevolking als geheel in de naaste toekomst moet inslaan.
TNO Identifier
1000167
Source
Hart bulletin, 7(2), pp. 75-81.
Pages
75-81
Files
To receive the publication files, please send an e-mail request to TNO Repository.